Onlangs had ik het erover met een bevriende collega: In de Franse en Spaanse leesboekjes die wij vroeger lazen werden plaatjes gebruikt als excuus om een deel van de woordenlijst te visualiseren: boot, mast, touw, matroos. Er stonden altijd precies die woorden in die je makkelijk kon raden of opzoeken. Maar als we moeite hadden om de situatie voor ons te zien, of idioom of emoties, dan boden die plaatjes geen enkel houvast. Er was ook weinig over te vertellen, anders dan ‘Dit is een boot, dat is het touw, daar staat de matroos.’
Nu was het geloof ik ook niet de bedoeling dat er over deze boekjes gepraat werd. Je werd geacht ze te lezen en dat was het dan. De docent wist niet welke boekjes wij lazen, er was geen interactie over boekjes, en ik vermoed dat alleen de zeldzame taalnerds (zoals ik) ook werkelijk deze boekjes uit de schoolbieb hebben gelezen.
Gelukkig doen veel taaldocenten het inmiddels anders: ze lezen boekjes samen met hun cursisten, praten vooraf over thema’s en onderwerpen die ze in het boekje zullen tegenkomen, en praten tussen het lezen door ook over het verhaal en over de eigen ervaringen van cursisten. Goede illustraties helpen hierbij. Ze beelden situaties uit met interactie, emotie en details, die veel stof tot conversatie bieden. Daarom werkt Arcos graag samen met professionele illustratoren die deze extra laag kunnen toevoegen aan de verhalen.
In leesboekjes voor anderstaligen spelen illustraties tenslotte een belangrijke rol: ze ondersteunen een goed begrip van de tekst en vormen een bron van conversatie over thema's in het boek. Eén van onze illustratoren is Geeske van Voorthuijsen, die deze illustraties maakte bij de serie Nt2-boekjes Bij ons in de Molenstraat.
Comments