Als talendocent wil je graag dat je leerlingen zoveel mogelijk lezen in jouw taal, en je doet je best om jouw leerlingen leuke, interessante boekjes aan te bieden, bijvoorbeeld in een klassenbibliotheek. En ikzelf, als uitgever, doe mijn best om leuke, interessante boekjes voor taalleerders te maken. Maar wie bepaalt of een boekje leuk is? Uiteindelijk natuurlijk de lezer, in dit geval de leerling, zelf.
Heb
je het er wel eens met je leerlingen over gehad wat “leuk” of “interessant” eigenlijk inhoudt, als het om boeken gaat? De ene persoon wil graag een verhaal om in te verdwijnen, de andere wil liever iets waardoor je over dingen gaat nadenken, en een derde wil gewoon iets wat lekker leest. Wat vinden jouw leerlingen? Wanneer is een boek voor hen interessant om te lezen? Waardoor wordt hun voorkeur beïnvloed? Bijvoorbeeld door hun achtergrond, hun ervaringen, hun interesses, maar ook door boeken die ze al hebben gelezen.
Door hierover te praten en alle verschillende interpretaties van ‘een interessant boek’ te bespreken, laat je merken dat niet alleen de boeken die jij als docent goed vindt de moeite waard zijn, maar dat leerlingen zelf keuzes kunnen maken. Je laat ermee merken dat je vertrouwt op hun eigen beoordelingsvermogen, ook al weet je dat ze misschien nog wat hulp nodig hebben om dat vermogen te ontwikkelen.
Zo’n gesprek alléén is natuurlijk nog niet genoeg om hen aan het lezen te krijgen. Een klassenbibliotheek met een ruime keuze aan boekjes en iedere week een vaste tijd om te lezen zijn daarvoor onmisbaar. En als je daarnaast ook nog regelmatig een open, niet-oordelend gesprek voert over wat jouw leerlingen aanspreekt of niet aanspreekt in leesboekjes, leer je hen te vertrouwen op hun eigen keuzes. En vooral leer je hen plezier te hebben in lezen!
コメント