“Waarom zetten jullie altijd letterlijke álle woorden in de woordenlijst achterin een leesboekje? Op A2-niveau weet een cursist toch wel wat ‘en’, ‘ik’ of ‘maar’ betekenen? Kun je dan niet beter een kortere woordenlijst maken met alleen de woorden die op dit niveau ‘nieuw’ zijn?”
Dit i
s een vraag die mij nog wel eens gesteld wordt door docenten en zelfs één keer door een cursist. Het lijkt wel logisch om een woordenlijst zo kort mogelijk te houden, al is het maar om op papier te besparen. Toch kies ik ervoor om ieder woord dat in de tekst voorkomt, in de woordenlijst te vermelden. Waarom? Ten eerste: simpelweg omdat ik niet weet wie dit boekje gaat lezen. Het boekje kan bedoeld zijn voor A2-hoog, maar misschien wordt het gelezen door een beginner die wel wat uitdaging aandurft. Ik weet niet welke woorden de lezer wél kent, en welke niet. Iedere lezer volgt zijn of haar eigen traject bij het leren van de taal, en heeft dus ook een iets andere woordenschat. Soms kun je ook ineens de betekenis vergeten zijn van een woord dat je al kent, bijvoorbeeld doordat het in een andere context gebruikt wordt. Dan is het toch fijn als je het snel kunt opzoeken.
Daarnaast is het zo dat heel veel idioom gebruik maakt van de ‘kleine woordjes’. Woordjes die op zichzelf misschien bekend zijn, maar in bepaalde combinaties een specifieke, andere betekenis krijgen. In onze woordenlijsten zijn al deze varianten opgenomen, zodat een lezer geen moment hoeft te twijfelen over wat een bepaalde zin betekent.
Een woordenlijst maken is heel veel werk, maar ik besteed die tijd er graag aan omdat de woordenlijsten één van de pijlers zijn van het 100% begrijpelijk maken van de leesboekjes voor taalleerders. Als dat ene kleine woordje ‘dat iedereen op A2-niveau al kent’ tóch in de lijst staat en daardoor voor die ene lezer de twijfel wegneemt, is dat alle moeite meer dan waard.
Comments